Onze huidskleur wordt grotendeels bepaald door twee factoren; doorbloeding en pigmentatie. Doorbloeding kan in korte tijd sterk varieren door bij voorbeeld temperatuursverschillen. Krijgen wij het warm , dan wordt onze huid meer doorbloed. Bij een lichtgekleurde huid ontstaat dan roodheid, maar bij een donkere huid zien we de roodheid niet goed en lijkt de huid donkerder bruin. Ook ontstekingen van de huid uiten zich bij een donkere huid daarom vaak als donkere plekken. Daarnaast beinvloedt ontsteking ook de echte pigmentatie van de huid, waardoor na genezing vaak lange tijd donkerder of juist lichte plekken achterblijven.
Pigmentvorming wordt verder sterk bepaald door de hoeveelheid zonlicht die op onze huid terecht komt. In feite is bruining door de zon een verdedigingsreactie van de huid op zonschade. De meest effectieve bescherming tegen zonschade is echter niet zo zeer het gevormde pigment, maar het dikker worden van de opperhuid onder invloed van het zonnebrand veroorzakende UVB in het zonlicht.
Huidskleur en kwaliteit-van-leven
De meeste pigmentaandoeningen zijn medisch gezien niet gevaarlijk en ze bedreigen in de regel ook niet onze algemene gezondheid. Daar staat tegenover, dat ziekten die het uiterlijk sterk en blijvend veranderen toch een enorme impact kunnen hebben op het welzijn. Denk aan mensen met brandwonden in het gezicht. Ook pigmentziekten als vitiligo kunnen dergelijke effecten hebben, met name bij mensen met een van nature donker huidtype. De ziektelast wordt daarbij ook bepaald door iemands culturele achtergrond. In sommige delen van de wereld betekent het hebben van pigmentziekten als vitiligo of albinisme, uitsluiting uit de gemeenschap of erger.
Over deze site
Op deze site vindt u informatie over veel voorkomende pigmentaandoeningen en hun behandelingsmogelijkheden. Ook is er aandacht voor wetenschappelijk nieuws.
Volg ons online