Progressieve maculaire hypomelanose (PMH) is een aandoening die vooral voorkomt op de voor- en achterzijde van de romp, soms ook op de bovenarmen en bovenbenen en bij uitzondering in het gezicht. Het wordt gekenmerkt door symmetrisch voorkomende muntgrote lichtere vlekken. Zowel aan de voor- als achterzijde van de romp kan op den duur in het midden een egaal gebied ontstaan, dat lichter van kleur is dan de huid ernaast. De breedte van dit gebied kan van patiënt tot patiënt verschillen. (Gemiddeld 5 tot 20 cm).
Behoudens het feit dat PMH cosmetisch storend kan zijn, hebben patiënten over het algemeen geen andere klachten.
Vooral bij mensen met een donkere huid, vallen de vlekken meer op. Zowel mannen als vrouwen kunnen de aandoening hebben. De meeste gevallen treden op tussen de 18 en 40 jaar.
Hoe ontstaat progressieve maculaire hypomelanose?
De oorzaak van PMH is tot op heden onbekend. Wel zijn er aanwijzingen dat er een relatie is tussen bacteriën (mogelijk bacteriën die ook acne veroorzaken) en het ontstaan van de vlekken. Waarschijnlijk scheiden deze bacteriën een bepaalde stof uit die de wijze van pigmentvorming door pigmentcellen verandert.
Wat zijn de vooruitzichten?
Indien onbehandeld, kan PMH langzaam uitbreiden over de romp, bovenarmen en bovenbenen. Het gezicht is doorgaans niet aangedaan. PMH kan niet overgaan in andere huidziekten die gepaard gaan met pigmentverlies (b.v. vitiligo). Mogelijk verdwijnt de aandoening op den duur uit zich zelf. Boven de 45 jaar wordt de aandoening zelden meer gezien.
Wat is de behandeling van progressieve maculaire hypomelanose?
De meest effectieve behandeling op dit moment is een behandeling met anti-acne middelen in combinatie met UVA belichting (gewone zonnebank). Recent is ook behandeling beschreven met smalband UVB belichting alleen. Het nadeel van UV-B belichting is echter de noodzaak om 2 keer per week naar het ziekenhuis te gaan. Als lokale middelen worden momenteel clindamycine en benzoylperoxide voorgeschreven, mogelijk zijn andere anti-acne middelen ook effectief. Dit is echter nog niet verder onderzocht.
Wat kunt u zelf doen?
Voor zover beken kunt u uitbreiding van de aandoening niet beïnvloeden.
Voor meer informatie kunt u de volgende websites raadplegen:
Volg ons online